De echte kappertjes komen van de kappertjesboom de Capparis Spinosa die groeit in Italië, Spanje en Frankrijk. Maar hé wij hebben de Oost-Indische-Kers.. en de verse groene zaden zijn uitermate geschikt.
Los 25 gram zout op in 3 dl water en leg daar 50 zaden in. Laat dit mengsel 24 uur rusten op een koele en donkere plek. Spel de zaden af en de ze in een pot met 5 jeneverbessen, 5 kruidnagels een takje Tym en een laurierblaadje. Giet er witte wijnazijn over tot de kappertjes onderstaan. Sluit luchtdicht af en zet de pot een maand weg. Daarna heb je heerlijke kappertjes uit eigen tuin.
De bloemen en het blad van de Oost-Indische-Kers kun je ook eten ze hebben een lichte pepersmaak. En één voordeel ze zijn super makkelijk te zaaien en zijn erg decoratief langs een hek.